Door: Jan Drentje (namens het RED-Team Onderwijs)
Stel, je wordt gevraagd voor de post minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (ik ben – nog – niet gevraagd) dan lees je je even in op het onderwerp van je portefeuille. Toch? Boeiende materie, uitdagende functie. Al jaren dalende onderwijsprestaties in het PO die inmiddels doorwerken in het VO. Alarm inspectie klinkt steeds luider. Lerarentekort is niet alleen hardnekkig, maar neemt ook toe. Vooral in wijken waar leerlingen al achterstanden hebben. Maar: ook elders zijn vacatures moeilijk of niet in te vullen. In toenemende mate worden lessen gegeven door onderwijsassistenten of onbevoegden.
Er is inmiddels, zeker in het PO, een flink tekort aan schoolleiders: tegen matige beloning liggen ze wakker van klassen die geen leraar hebben en kampen ze met veel personeelsverloop en veeleisende ouders. Bovendien moeten ze zelf met de bezem door de gangen omdat ondersteuning nog steeds te wensen overlaat.
Teveel jonge docenten verlaten na enkele jaren al het onderwijs. Te hoge werkdruk, te weinig begeleiding, te weinig zeggenschap over het werk. Over een paar jaar luiden we de laatste academici uit.
Veel leraren met burn-out verschijnselen. Al jaren geven zij aan dat ze teveel lessen aan teveel leerlingen moeten geven in een bestuurlijke context waar ze te weinig invloed op hebben.
Eerste vraag van de nieuwe minister aan zijn ambtenaren: hoe lang is dit al zo?
Tsja, leest u geen kranten minister? ‘Zit’ u niet op twitter? Rapport Dijsselbloem is van 20.. en rapport Leerkracht! van Rinnooy Kan is van 20.. (activeer uw voorkennis).
Tweede vraag: wat hebben vorige ministers hier aan gedaan?
Tsja, van alles en nog wat. Per saldo een schot hagel. De ene trok een paar miljard voor coronaschade uit waarvan we nauwelijks weten of die gelden effectief zijn besteed. De ander had volgens nogal wat bestuurders een fetish voor basisvaardigheden en ‘bewezen effectieve methodes’. Of daar nog iets van terecht komt?
Derde vraag: wie is er verantwoordelijk voor deze neergang?
Tsja, dat weet eigenlijk niemand precies. We hebben nogal wat onderwijsbesturen, raden, adviesorganen, tal van rapporten en veel adviseurs. Maar de besturen hebben hun zaakjes op orde! Voldoen aan de criteria van de inspectie. Rond de 90% van de leerlingen slaagt. En ze houden jaarlijks geld over.
De nieuwe minister: dus, terwijl leraren overwegend ontevreden zijn over hun werkomstandigheden, de benen nemen, de onderwijsprestaties dalen, zijn de bestuurders tevreden. Hier is iets grondig mis.
Tsja … Wat is uw plan, excellentie?
De nieuwe minister: Gelet op het lerarentekort en de onvrede is het mijn taak de leraren te helpen. Als schoolbesturen daar niet aan meewerken, zal ik ingrijpen. Dat leraren zich slechts uitvoerder voelen van wat bestuurders voor hen bedenken, leidt tot scheve gezichten. Ik wil leerlingen beter laten lezen, schrijven, rekenen en ze voldoende algemene kennis meegeven. Dat is de basis! Daar moet de overheid voor zorgen. Als er teveel geld over blijft, grijp ik in op de lump sum.
Aah, u lijkt Wiersma wel! Hopelijk bewaart u uw geduld. Onderwijs is een mammoettanker, traag en nauwelijks bestuurbaar. Dus kalm aan een beetje. Zoals een onderwijsbestuurder het op LinkedIn zo treffend zegt: ‘Wat zou het geweldig zijn als een nieuwe minister bij zijn of haar aantreden zou zeggen: ik ga ervoor zorgen dat jullie gedurende mijn ambtstermijn weinig tot niets van mij horen. Jullie hoeven geen nieuwe plannen of dadendrang te vrezen’. Zij willen dat de nieuwe minister zich op de achtergrond inzet om al die vakmensen in het onderwijs serieus te nemen, te dienen en het volledige vertrouwen te geven.
Kortom, eigenlijk is er geen onderwijs- of lerarencrisis. We hebben geen leraar of minister meer nodig. We kunnen alles zelf! Zelfregulerend leren en besturen, dat heeft de toekomst! Lang leve Chat GPT (die naar verluidt ook de ambitie schijnt te hebben minister te worden en altijd een goed humeur heeft).