Door: Paul Kirschner (lid Red-Team Onderwijs)
Het onderwijs leeft grotendeels in een Romantisch Avondland waar filosofie en ideologie de plaats innemen van wetenschap. Waar intuïtie en dingen die ‘logisch klinken’ boven wat wij weten staan.
De afgelopen jaren luidde de inspectie (eindelijk) de alarmklok. Ook de Staat van het Onderwijs 2023 wijkt er niet veel vanaf behalve dat er ook de nodige, en m.i. terechte kritiek was voor besturen. De basisvaardigheden zijn nog steeds niet op niveau. Kinderen die van het bo naar het vo gaan halen het nodige niveau niet voor rekenen, schrijven en lezen. En wat betreft de leerlingen die met een diploma het vo ‘succesvol’ verlaten zakken 1 op de 5 havo-en vwo leerlingen voor Nederlands en 1 op de 6 voor wiskunde[1] en in het vmbo is het nog erger[2]. Tot voorlopige slot, 1 op de 5 pabo afgestudeerden (volgens de opleidingen) is niet startbekwaam[3] en iets lagere percentages volgens hen zelf(!)[4] … Ik citeer:
Te weinig leerlingen in het basisonderwijs (bo) halen het taal- en rekenniveau dat nodig is om zonder problemen de overstap naar het voortgezet onderwijs (vo) te maken…Ook behalen nog veel leerlingen in de onderbouw van het vo niet de fundamentele niveaus voor taal en rekenen, we zien zelfs dat in de onderbouw van het vo de beheersing van Nederlands en rekenen-wiskunde daalt. Mede daardoor verlaten teveel leerlingen het vo met een onvoldoende beheersing van het Nederlands.
Het is duidelijk dat dit alleen kan worden opgelost met enerzijds een meerjarig, doelmatig en doeltreffend beleid voor onderwijs gericht op het verwerven van die basisvaardigheden (dus structureel investeren en afstappen van ad hoc, hapsnap-maatregelen) ondersteund door didactische aanpakken die zowel effectief als efficiënt werken.
Maar als ik zie hoe vaak zgn. innovatieve progressieve ideeën onjuist blijken te zijn, hoe oude bewezen ineffectieve aanpakken nieuwe namen krijgen en dan een nieuw leven krijgen en hoe zij weer mislukken, kan ik alleen denken aan Rich Mayers artikel [5]; Should there be a three-strikes rule against pure discovery learning? The case for guided methods of instruction; (op z’n Nederlands ‘Een ezel stoot z’n kop…’). Hoewel de onderwijswetenschap en de cognitieve psychologie enige vooruitgang hebben geboekt ten opzichte van filosofieën en ideologieën hebben wij nog een lange weg te gaan. Het is niet een kwestie of wij wel of niet weten wat zou moeten of dat er meer onderzoek nodig is om daarachter te komen maar dat veel mensen dit niet willen accepteren en dus blijft het onderwijs doormodderen.
Wij moeten een enkele reis uit dit romantische avondland maken. Het RED-Team Onderwijs organiseert samen met De Balie en Het Mathematisch Instituut een gesprek daarover in twee rondes. De eerste ronde gaat over opvattingen over leren op school, de tweede over het bestuurlijk (on)vermogen. Heb je belangstelling om mee te denken aan de route uit dit Romantische Avondland, kom dan om te luisteren en mee te praten.
Komt allen, dan maken we er samen een spannende avond van.
[1] In 2022 behaalde 19% van de geslaagde vwo-leerlingen een onvoldoende voor Nederlands. Dit percentagewas 20,5 op de havo. Over de jaren heen neemt het aandeel onvoldoendes ook bij wiskunde onder vwo-leerlingen toe. Voor het vak wiskunde had 17,8% van de geslaagde havo-leerlingen een onvoldoende en15,9% van de vwo-leerlingen.
[2] Van de leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg slaagde 34,6% met een onvoldoende voor wiskunde. Bij leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg was dit 46,8% en bij leerlingen van de gemengd/theoretische leerweg 31,0%.
[3] Lerarenopleiders van de lerarenopleiding basisonderwijs schatten in dat een deel van de afgestudeerden op sommige onderdelen van taal en rekenen niet bekwaam is wat betreft de vakdidactische vaardigheid. Meer dan de helft denkt bijvoorbeeld dat dit geldt voor minstens 20% van de afgestudeerden voor het kunnen uitleggen van de onderwerpen stellen (onderdeel van taal) en meten (onderdeel van rekenen).
[4] Sommige beginnende leraren in het po geven ook zelf aan niet voldoende kennis en vaardigheden te hebben om taal (leesvaardigheid: 13,1%, mondelinge taalvaardigheid: 8,9%, schrijfvaardigheid: 16,3% en taalverzorging: 9,2%) en rekenen (getallen: 4,4%, meten: 11,2%, verbanden: 13,4% en verhoudingen: 12,0%) duidelijk uit te kunnen leggen.
[5] Mayer R. E. (2004). Should there be a three-strikes rule against pure discovery learning? The case for guided methods of instruction. The American psychologist, 59(1), 14–19. https://doi.org/10.1037/0003-066X.59.1.14