Door: Jan Drentje – lid Red-Team Onderwijs
De werkdruk in het VO moet omlaag. Heel goed. De AOB strijdt hier al jaren voor. Leraren zouden minder lessen moeten geven aan minder leerlingen in de klas. Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat de Nederlandse leraar de meeste lessen geeft aan relatief grote groepen. Een geweldige arbeidsproductiviteit! Daarom worden deze leraren ook erg goed betaald en zijn overheid en besturen er zuinig op! Was het maar waar.
Van de weeromstuit stelt de AOB nu voor om het aantal lessen terug te schroeven naar 20 per week. Nu zijn dat er 24 als je uitgaat van lessen met een duur van 50 minuten. Als leraren minder uren les gaan geven, moeten er meer leraren worden aangesteld om hetzelfde werk te doen ….O ja, die leraren zijn er niet en zullen er voorlopig ook niet komen. Toch kan het aantal lesuren volgens de AOB en VO-Raad omlaag.
Kwaliteit gaat omhoog
Om het aantal van 20 lesuren te realiseren, moet daarom de onderwijstijd voor leerlingen worden verlaagd. Dat vindt Henk Hagoort, voorzitter van de VO Raad een goed idee. Als de leraar meer tijd heeft om de lessen voor te bereiden, gaat de kwaliteit omhoog! Ook zou er meer maatwerk in de klas moeten komen en zouden leraren meer aan onderzoek en curriculumontwikkeling kunnen doen.
Het NOS-Nieuws meldt op 10 november 2022 dat er op dit punt overeenstemming is tussen AOB en de VO-Raad: leraren kunnen in het voortgezet onderwijs minder les gaan geven. Minder onderwijstijd voor leerlingen is geen probleem, want doordat er meer tijd vrijkomt voor lesvoorbereiding zal de kwaliteit van de lessen omhoog gaan.
Dromenland?
Je wrijft je de ogen uit. Heeft iemand al een idee wat dit voor de lessentabel voor afzonderlijke vakken betekent? Voor het te behandelen curriculum? De examenstof? Wat gaan leraren de rest van de dag doen bij een rooster van 20 lesuren van 50 minuten? Verdeeld over vijf dagen betekent dit namelijk een lesrooster van vijf ochtenden les en vijf middagen vrij om lessen voor te bereiden. Gaan de leerlingen dan naar huis? Of moeten ze huiswerk maken op het leerplein?
Als leraar begon ik in 1986 met 29 lesuren per week. Dat werden er even later 28. Volle bak. Eigenlijk te druk om echt tijd voor leerlingen en lesvoorbereiding te hebben. Maar je deed het ermee. En het ging best. Nu is de lestaak teruggebracht naar 24 lesuren. Dat is al heel mooi, lijkt mij: een rooster van vier dagen van 5 lesuren en één van 4.
Helaas wordt deze urennorm in toenemende mate anders in praktijk gebracht. Het aantal lessen ligt namelijk niet in de CAO vast. Er zijn scholen die de duur van de les terugbrengen naar 40 minuten. Dan moet je al snel 30 lessen per week geven (= idioot). Ook zijn er scholen die lessen van 80 minuten combineren met zogenaamde flexuren (facultatieve steunuren) van 30 of 40 minuten. Kortom: er wordt flink gerommeld met de lesduur.
Mag ik even streng zijn?
Ik ben en blijf een schoolmeester. De lesduur verkorten naar 45, 40 of 30 minuten is oplichterij, want de druk op de les, leraar en leerling neemt toe. Bijvoorbeeld. Op het programma staat de aanleiding voor de eerste wereldoorlog, plus een eerste verkenning van diepere oorzaken. Die stof moet worden behandeld, niet door de hele les vol te praten natuurlijk. Leerlingen zijn geen kalkoenen. Er zijn mooie filmpjes, foto’s van het begin van de oorlog. Kaarten van Europa waarop je de bondgenootschappen kunt laten zien. Oefenvragen over het verschil tussen aanleiding en oorzaak. Of over de verschillende visies hierop. In een les van 40 minuten kun je veel minder afwisseling aanbrengen.
De leerlingen komen binnen, je maakt een praatje, er is iets wat aandacht vraagt. De wereld staat in brand. Een les begint niet precies op het roosteruur en eindigt ook niet op de minuut. Van de 40 minuten blijven er 30-35 over. Het is pompen of verzuipen, of minder stof behandelen.
Bij een rooster van 30 lessen van 40 minuten zou ik ontslag nemen. Bij een raar rooster van tachtig minuten les in combinatie met bijspijkerlesjes zou ik me bekocht voelen. Ik moet in één blokuur mooie lessen proberen te geven en mag verder dweilen met de kraan open.
Maar: de werkdruk moet naar beneden. Leraren moeten meer tijd voor hun leerlingen hebben en voor lesvoorbereiding. Dan zegt mijn onderwijsverstand: spreek eerst eens af dat er maximaal 24 lessen mogen zijn, bij voorkeur van 50 minuten. Mocht een school iets anders willen: het blijven maximaal 24 lessen (750 klokuren per jaar). Stop dus met al die leraar- en lesonvriendelijke experimenten met lestijden.
Leerplein
Of koersen we met de VO-Raad af op minder lessen voor leerlingen en vervolgens meer flexibele studietijd op het leerplein? Zullen leraren ingezet worden als coach of werkbegeleider? Of krijgen leerlingen minder les van bevoegde leraren en meer van allerlei soorten ondersteuners. Leerlingen zullen namelijk op school gehouden moeten worden (ophokuren heette dat bij de 2e-fase). Ouders willen hun kroost niet vijf middagen per week thuis zien rondhangen.
Gelukkig zijn de meeste leraren niet voor deze plannen. Uit een onderzoek van de AOB blijkt dat zij in ruime meerderheid voorstander zijn van lessen die gegeven worden door bevoegde leraren: diegeven het liefst gewoon les en willen zo weinig mogelijk extra taken toebedeeld krijgen. Ook merken veel leraren op dat er eerder meer feitelijke onderwijstijd zou moeten zijn omdat leerlingen nu te weinig leren. Als het gaat om werkdruk en werkplezier wordt verkleining van klassen vaak genoemd, samen met meer zeggenschap over de onderwijskundige keuzes die worden gemaakt (ook over het rooster).
Advies
Zou het in de huidige context van een toenemend lerarentekort en een te hoge werkdruk niet verstandig zijn om in de CAO het aantal startmomenten van lessen bindend op 24 vast te leggen? Dat zijn vier klokuren per dag les. Reken drie klokuur voor voorbereiding en nazorg (inclusief mentoraat), blijft er 1 uur per dag over voor overige werkzaamheden. Oftewel 1 dagdeel per week voor vergaderen/ sectieoverleg/ scholing/oudercontact etc. Ideaal!