Door: Ton van Haperen – lid Red Team Onderwijs
Het nieuwe beleidsinstrument tegen het lerarentekort heet RATO. Dit gaat niet werken. Weer durft de minister niet echt te kiezen met als gevolg dat alles erger wordt.
Het lerarentekort is maatschappelijk onaanvaardbaar. Jonge kinderen naar huis sturen, kinderen die amper leren lezen en rekenen, weinig weten van ons gemeenschappelijk verleden, in een rijk land als Nederland, het is gênant. Dit schaamtegevoel resulteert ook bij de huidige minister in adviezen waar maatregelen uit voortkomen. Eerst is daar de rapportage van Merel van Vroonhoven. Zij geeft les, heeft een succesvol verleden bij de Autoriteit Financiële Markten, zij zal wel weten hoe verdeling van schaarste werkt. Haar bevindingen krijgen een vervolg met het rapport ‘Kinderen eerst’ van het bureau Van de Bunt, lees Lodewijk Asscher, de oud PvdA-politicus.
Kinderen eerst?
Het rapport constateert over de aanpak van het Nederlandse lerarentekort versnippering en een gebrek aan sturing en solidariteit. Onderwijsstelsels als Finland en Singapore kennen dit niet. Klopt, daar alloceert de overheid leraren. Hier zijn besturen de probleemeigenaar. Je zou denken, dit gaat goed, eindelijk die ingreep in de eigendomsrechten, waarna een logische en eerlijke verdeling van de schaarste volgt: 200.000 fte’s in dienst van het onderwijs tegenover 2 miljoen kinderen, met een beetje sturing kunnen die kinderen inderdaad allemaal les krijgen. Maar zo gaat het niet. De oplossing van het Van de Bunt rapport is de RATO, een bestuurlijk orgaan tussen onderwijsbestuurders en overheid. Het invoeringsproces is door de minister met gezwinde spoed door de Tweede Kamer gejast en direct in werking gezet. De trein heeft het station dus al verlaten, maar zal zijn bestemming nooit bereiken.
Bericht uit de Sovjetzone
Want, wat is dat eigenlijk, die RATO? Het is een afkorting van Regio’s voor de Toekomst van het Onderwijs. De RATO neemt de allocatie van vooral starters voor zijn rekening. Regionale sturing op het tekort helpt de kansarme school met structurele lesuitval aan nieuwe krachten. Nou ja, zo direct gaat het niet helemaal. De RATO maakt vooral plannen, geeft die door aan OCenW, die weer een Realisatie Eenheid formeert, die regio’s faciliteert en stuurt op impact. Tot zover de berichtgeving uit de Sovjetzone.
De vervolgvraag luidt; waarom gaat dit niet werken? Het is herverdelen van schaarste, geen ontspanning van de markt door vergroting van aanbod. Niemand denkt, er is een RATO, ik word leraar. Sterker, dit nieuw bestuursorgaan ontmoedigt nieuwe enthousiaste jonge leraren juist. Hoe ik dat weet? Ik heb de RATO meegemaakt!
Van het verleden kan je leren …
Ga mee terug in de tijd, de tijd van overgang van declaratiestelsel naar lumpsum, de eerste helft van de jaren negentig. Ik had als jonge leraar een aanstelling bij een school die werd omgezet in een bestuursaanstelling. Het bestuur kreeg immers de eigendomsrechten en ging zichzelf werkgever noemen. Met een regionaal marktaandeel van 50% was mijn bestuur een soort van RATO avant la lettre met voorspelbaar beleid. Convenanten met de lerarenopleidingen claimden de nieuwe instroom om zo de last van een tekort te voorkomen. Het mobiliteitsbeleid plaatste personeel daar waar het nodig was.
Precies het laatste maakte me toen woedend. Het waren namelijk altijd jonge leraren die de prijs betaalden. De eerstegraads beginner kreeg een verplaatsing van de bovenbouw havo/vwo naar het speciaal onderwijs of een schakelklas. Docenten met een vaste aanstelling mopperden zich met een eigen lokaal op het gemak naar een vroegpensioen. Ik heb met collega’s nog nooit zoveel beroepszaken aangespannen als in die tijd. Gedwongen ander werk doen, niemand wil dat. Ook de convenanten met lerarenopleidingen betaalden zich niet uit. Met hetzelfde argument. Leraren maken zelf uit waar ze werken. Hebben ze dat eigenaarschap niet, hetzelfde salaris kun je echt ook elders verdienen.
Mijn bestuur had in die tijd de regionale markt in bezit. Deze bijna monopolist heeft in die tijd geen probleem opgelost. Vandaag de dag komt tussen dat bestuur met zijn eigendomsrechten en het ministerie met zijn grondwettelijke aanhoudende zorg ook nog eens die RATO met een Realisatie Eenheid. Ziehier de natte droom van Machiavelli. De strategische spellen tussen de kantoren kunnen beginnen. Wat zullen ze het druk krijgen met elkaar. Deze ruzieconstructie is vergelijkbaar met de samenwerkingsverbanden rond de wet passend onderwijs. Ook zo’n succes. Het aantal aanmeldingen in het speciaal onderwijs groeit vrolijk verder terwijl de beleidsdoelstelling toch echt tegengesteld was. Kortom, iedereen met een beetje ervaringsverstand weet: de RATO maakt rot alleen maar rotter.
Overheid of markt
De RATO verdient een snel einde, omdat het enkel het bestuursinfarct voedt, maar daarmee blijft het probleem. Hoe verder? Een heldere analyse en van daaruit kiezen voor de logische oplossing. Het tekstboek economie zegt: als de allocatie niet werkt dan rest de vrijheid van de markt en de hiërarchie van de overheid. In het laatste geval is de overheid probleemeigenaar. Die selecteert en plaatst leraren, betaalt ze, beschermt met regels rond groepsgrootte, lestaak, en zorgt voor ze tot aan de dood. Vaak volgt dan een verwijzing naar Frankrijk, maar Nederland deed in de eerste helft van de jaren zestig precies hetzelfde. Regulering en loonsverhogingen, de zogenaamde Toxopeusrondes, losten toen het lerarentekort op.
Het alternatief is de markt. Maar dan zijn de scholen, en dus niet de oligopolistische besturen, de vragende partijen die werven, aanstellen en concurreren. De winst van de schaarste valt in deze constructie bij een personeelstekort in de schoot van de leraar, in de vorm van prima beloning en goede arbeidsomstandigheden. Wat het ook wordt, overheid of markt, in beide gevallen is onteigenen van besturen onvermijdelijk.
De Asschers en Van Vroonhovens van deze wereld weten dit ook, maar vermijden echte keuzes en kiezen voor rommelen in de bestaande realiteit. Net als deze minister en zijn voorgangers. Met als gevolg dat leraren en leerlingen doorploeteren in een paleis van pijn, waarbinnen die RATO het volgende martelwerktuig is. Bedankt maar weer.