5 maart 2023
De situatie
Mede naar aanleiding van een enquête van de NOS, een uitzending van Arjen Lubach en activisme van o.a. René Peeters is een mobieltjesverbod in de klas in de publiciteit gekomen. De Minister onderzoekt momenteel of er in het onderwijs draagvlak is voor een landelijk verbod. Op basis van een inventarisatie van de relevante onderzoeksliteratuur concluderen wij dat de schadelijkheid van mobieltjes voor het leren en voor de sociale ontwikkeling van de leerlingen als een paal boven water staat. Ook voor de meeste leraren zijn de mobieltjes een grote stoorzender.
Gelukkig zijn deze inzichten voor een aantal scholen al langer de aanleiding geweest om telefoongebruik aan banden te leggen[1]. Deze oplossing past in hun zorg voor een ordelijke, taakgerichte en veilige leeromgeving. Een landelijk verbod op mobieltjes in de klas zou een duidelijk signaal zijn om hier meer aandacht voor te vragen en steekt een hart onder de riem van de scholen die zelf zo’n beleid willen (in)voeren. Deze groene kaart is bestemd voor de scholen die met hun mobieltjesverbod voorop durven te lopen, maar is ook bedoeld als aanmoediging en stimulans voor scholen die dit verstandige besluit willen navolgen.
Ons commentaar
De smartphone als afleider; wetenschappelijke evidentie
Vrij gebruik van smartphones, tablets en laptops – die aan het internet gekoppeld zijn – tijdens de lessen heeft een negatief effect op leerprestaties (NRO, 2023). Of, zoals Tom Bennett het nog bondiger formuleert: hoe meer herrie in de klas, hoe minder leren (Bennett, 2020, geciteerd door Kirschner en Neelen, 2023). Er bestaat bovendien een sterke internationale bevestiging van deze uitkomsten, zoals blijkt uit onderzoeken in Frankrijk, België, Zweden, Spanje en de Verenigde Staten. De conclusies hebben niet alleen een stevige basis in empirisch onderzoek, maar worden ook onderbouwd door de cognitieve informatieverwerkingstheorie. Zo wijst Schmidt (2020) erop dat ‘multitasking ‘ in de klas interfereert met het vasthouden van de aandacht en het functioneren van het kortetermijngeheugen[2]. Kirschner (2013, 2015) laat zien dat degenen die ‘digital natives ‘ romantiseren (generaties geboren vanaf ±1984, door de auteur ook omschreven als ‘homo zappiens ‘) van een koude kermis thuiskomen. Er is sprake van oppervlakkiger informatieverwerking, snel afgeleid zijn en afbreuk aan zelfregulatie. Bovendien slijpen mobieltjes slechte gewoontes in die leiden tot internetverslaving en zelfs tot problemen met de geestelijke gezondheid. Het blijft niet bij individuele problemen. Onderzoek wijst uit dat leerlingen die zelf niet aan het ‘multitasken ‘ waren last hadden van klasgenoten die dat wel deden (Kirschner, 2018). Een verschijnsel dat vergelijkbaar is met het gedwongen ‘meeroken ‘ (laptops en smartphones in de klas zijn het nieuwe meeroken). We hebben het dan nog niet gehad over de overlast voor de docent.
De onderzoeksresultaten tonen tevens het belang aan van een ordelijke en taakgerichte leeromgeving als een van de ‘van oudsher’ bekende kenmerken van goed onderwijs. Ze laten ook zien dat goed onderwijs niet alleen een kwestie is van het afgeven van positieve signalen, maar ook van het tegengaan van negatieve signalen, waaronder ingrijpende vormen van digitale afleiding. Onderzoek over hoe ons brein functioneert wijst ook op het belang van maatregelen die de ‘digitale hyperventilatie’ kunnen tegengaan, namelijk door tijdens het leren rustperiodes (‘wakeful resting’) in te bouwen.[3] Leerlingen die in de pauze voortdurend bezig zijn met sociale media, gamen of websurfen geven hun hersenen GEEN rust.
Intermezzo: het belang van een ordelijke en veilige leeromgeving
De leeromgeving hangt af van de speciale zorg die daaraan wordt gegeven door de leraar, het collectief van leraren op een school en de schoolleiding. Duidelijke regels zijn daarbij van groot belang. Gert Verbrugghen, leraar Engels op het vmbo van het Alfrinkcollege in Deurne, zegt het als volgt: Ze lopen fluisterend door de gang, maken een rij voor het lokaal en worden door de docent uitgenodigd om direct bij binnenkomst aan het werk te gaan. We willen leerlingen laten voelen dat we zo duidelijk zijn omdat we om ze geven, omdat we geven om hun ontwikkeling. Het systeem helpt om de rust, veiligheid en structuur in de school te vergroten. Binnen die veiligheid kunnen leerlingen zich optimaal ontplooien. Het lukt leerlingen daardoor veel kennis op te doen. Oud-inspecteur Joop Smits laat in zijn praktijkonderzoek overtuigend zien dat juist de rol van de schoolleiding in het bieden van structuur en discipline cruciaal is: ‘Heldere regels liggen vast, regels worden consequent gehandhaafd, leerlingen kunnen rustig doorwerken, als er geen leraar in de klas is; er is eenheid van handelen binnen het team in het toepassen van de regels, in straffen en belonen‘. [4]
De leeromgeving wordt niet alleen ‘van buitenaf’ bepaald maar is tevens de optelsom van de ondersteuning van het leerproces die individuele leerlingen ervaren in de klas. Naarmate didactische maatregelen het leren ondersteunen door structuur te bieden en door afleiding tegen te gaan ‘ontstaat’ een taakgerichte en ordelijke leeromgeving. Een verstandige omgang met smartphones en andere digitale werktuigen in de klas draagt dus ‘van onderop’ bij aan een goede leeromgeving.
Hoewel onderzoek en praktijkervaringen het grote belang van ‘orde en discipline’ keer op keer overtuigend aantonen, hebben bestuurders en ‘progressieve’ onderwijspedagogen hier geen oog voor. Onder invloed van opvattingen als gepersonaliseerd leren en niet-directief opvoeden is er een neiging tot antiautoritair onderwijs ontstaan, waar niet leraren, maar leerlingen de dienst uit maken (Scheerens en Kirschner, 2021). Een van de invloedrijkste organisaties die deze ideeën uitdraagt is de VO-Raad. Het is daarom weinig verrassend dat deze het verbod op mobieltjes afwijst.
Ons standpunt
Nederlandse scholen (eigenlijk Nederlanders in het algemeen) zijn wereldkampioen in autonomie. Een maatregel dwingend opleggen door de Minister lijkt daarom ongerijmd en wordt voor het gemak geframed als ‘betuttelend’ of ‘staatspedagogiek’. Tja, veiligheidsriemen in de auto en helmen voor motorrijders werden ook als betuttelend bestempeld …. En is een telefoonverbod staatspedagogiek? Dat is heel erg overdreven. De maatregel om mobieltjes te weren in de klas is eerder te vergelijken met een richtlijn om de luchtkwaliteit en ventilatie op scholen op peil te houden. ‘Cognitieve ademruimte ‘ daar zou de Minister naar onze mening zijn nek best nog wat verder voor mogen uitsteken.
[1] Scholen die onlangs met een verbod in de publiciteit kwamen zijn: het Calvijn College in Zeeland, het Alfrinkcollege in Deurne en het Stedelijk Lyceum in Enschede
[2] Trouwens multitasking bestaat niet. Men kan geen twee of meer informatieprocessen tegelijk uitvoeren. Hooguit kan men schakelen tussen taken en dit schakelen lijdt to slechter leren en onthouden. Zie o.a. Kirschner en Karpinski (2010) en Kirschner (2017)
[3] Voor een overzicht zie Kirschner, 2020; Kirschner & Neelen, 2020.
[4] Joop A.E. Smits Ruim 10 jaar wetenschappelijk onderzoek Samenvatting. 2021. Beschikbaar bij auteur
2 thoughts on “Groene kaart voor scholen die mobieltjes in de klas (willen) verbieden”
Comments are closed.