1 juni 2021
Situatie
Online-onderwijs bleek tijdens de eerste lockdown in de lente van 2020 verre van optimaal. Daarom werd besloten om met ingang van het nieuwe schooljaar 2020-2021 geen anderhalvemeterregel te hanteren. Alle leerlingen in het PO en VO konden weer naar school. Risico’s van besmetting bij en via jongeren tot 18 jaar werden toen laag ingeschat, ten onrechte zoals spoedig zou blijken. Schoolsluitingen of het naar huis sturen van groepen waren het gevolg, vaak versterkt door de vele ziekmeldingen van leraren, die niet konden worden vervangen omdat er veel te weinig leraren zijn.
In november 2020 adviseerde het OMT om het onderwijs in de bovenbouw van het VO stil te leggen vanwege zowel de opgelopen besmettingen als de verdere besmettingsrisico’s. In de communicatie van de overheid was nauwelijks aandacht voor de kwetsbare positie van leraren in dit verband – vaak lesgevend in volle klassen in slecht geventileerde lokalen. Geld dat eind september voor ventilatie beschikbaar werd gesteld, is (toen) nauwelijks hiervoor ingezet.
Door de hoge besmettingscijfers gingen op 16 december de scholen uiteindelijk toch weer dicht. Alleen voor de examenklassen werd een uitzondering gemaakt. Vanaf 1 maart mochten de leerlingen voor minimaal één dag weer naar school, mits de anderhalvemeterregel in acht kon worden genomen. Didactisch en organisatorisch een enorme opgave voor docenten en andere betrokkenen. Daar kwamen bijzondere maatregelen voor examenleerlingen (o.a. intensiveren van hun begeleiding) en maatregelen in het kader van het NPO (april) bij.
In deze hectiek hebben de minister van onderwijs en de VO-Raad nagenoeg zonder overleg met leraren en hun organisaties eenzijdig besloten om het voortgezet onderwijs op 31 mei, maar uiterlijk 7 juni volledig te heropenen met dreigementen aan scholen en schoolleiders die dit zouden weigeren.
Deze manier van besturen keuren wij af
Wij zullen geen standpunt innemen over de wel/niet open kwestie. Op zichzelf zijn er goede argumenten om alle leerlingen weer naar school te laten gaan. Waar het hier echter om gaat is dat van leraren kort voor de zomervakantie, tijdens de verlengde examenperiode wordt gevraagd om het onderwijs voor de zoveelste keer anders te organiseren. In een situatie waarvan het OMT zelf zegt dat de besmettingsrisico’s weer met tienduizenden infecties zullen toenemen en een overgroot deel van de leraren (en andere medewerkers) nog niet is ingeënt, zorgt dit voor veel onrust op de werkvloer. Bovendien is algemeen bekend dat de werkdruk van docenten structureel veel te hoog is. Opnieuw worden zij door de bestuurders niet ontzien. Wanneer nemen de bestuurders het eens op voor diegenen om wie het in het onderwijs eigenlijk draait?
Ons standpunt
Zonder overleg met leraren en hun organisaties een besluit forceren dat grote consequenties heeft voor de werkomstandigheden van leraren, is symptomatisch voor wat er mis gaat in het onderwijs. De vakman/vakvrouw voor de klas wordt op het schild gehesen, maar als het erop aankomt zijn zij de sluitpost in de besluitvorming.
De Nederlandse bestuurlijke drukte heeft de medezeggenschap van leraren uitgehold. De minister spreekt met tal van koepels en belangenorganisaties die allen op heel grote afstand staan van de werkvloer. Het OMT heeft bij monde van Marion Koopmans verklaard dat volledige heropening van de scholen niet de wens was van het OMT, maar van de VO-Raad. Er waren ook bezwaren van schoolleiders en besturen over de uitvoerbaarheid. Namens wie spreekt de VO-Raad eigenlijk?
Nu het eind van de coronacrisis in zicht lijkt, maakt de politiek ook nog eens duidelijk dat de belangen van de leraren een ondergeschikte rol spelen bij cruciale besluiten. In de Tweede Kamer maakten de moties van Peter Kwint (SP) en Paul van Meenen (D66) om de volledige heropening terug te draaien of te heroverwegen na overleg met betrokken partijen, geen kans. Dit soort signalen van bestuurders en politici zijn schadelijk voor de positie, status en eer van de beroepsgroep die met man en macht werkt aan de toekomst van ons land.
Bijlage: Tweets Marion Koopmans (OMT) en Peter Kwint (SP)
Team Red het Onderwijs – Sarah Bergsen (schoolleider bo), Anna Bosman (hoogleraar pedagogiek en lerarenopleider), Sezgin Cihangir (directeur Nederlands Mathematisch Instituut), Jan Drentje (schoolleider, leraar, wetenschapper), Ton van Haperen (docent vo, lerarenopleider), Paul Kirschner (emeritus-hoogleraar onderwijspsychologie), Jaap Scheerens (emeritus-hoogleraar onderwijsorganisatie en -management), Gert Verbrugghen (docent Engels vmbo), Gerard Verhoef (wiskundedocent, bestuurslid BON), Theo Witte vz (vakdidacticus en lerarenopleider).